“Je moet met elkaar in staat zijn om elke wedstrijd te winnen!”

Martin Westerbeek gelooft in gouden combinatie van jong talent en ervaren krachten

Martin Westerbeek prijst zich gelukkig. Dat hij in vorige arbeidslevens de kans heeft gekregen om de kunst af te kijken van regionaal bekende ondernemers als Henk Aa (die van de dierbenodigdheden) en Jan Veenhuis (die van de landbouwmachines). “Dat waren echt goede leermeesters. Van Aa heb ik geleerd dat je altijd moet innoveren. Niets doen is geen optie. En Veenhuis was één van de besten als het gaat om de commercie. Van die twee heb ik echt ontzettend veel opgestoken.”

Zonder het op het moment van de uitspraak misschien goed en wel te beseffen wordt het een rode draad in dit artikel waarin we de succesfactor(en) van Schrijver Stalinrichting, Schrijver Stalservice en Topcalf mogen onthullen. Drie bedrijven onder één eigenaar en sinds bijna een jaar opererend vanuit een prachtig en transparant nieuwbouwpand in Raalte. Nauw verbonden met elkaar en toch met een sterke eigen identiteit. Westerbeek probeert zelf onbewust of bewust het woord succesfactor te vermijden. Hij heeft het liever over kwaliteiten waarvan hij er feilloos drie kan opnoemen: de eigen ontwikkelafdeling, snel inspelen op trends in verschillende markten en de oriëntatie op Europa. Al deze kwaliteiten hebben zeker een bijdrage geleverd aan de sterke groei en de motivatie om het vertrouwde Broekland achter te laten en zaken te gaan doen vanuit Raalte.

Hij is erg trots op de eigen ontwikkelafdeling. Dat zorgt namelijk voor een voorsprong op de concullega’s die niet of slechts in beperkte mate over zo’n eigen afdeling beschikken. “Eigenlijk maken we simpele producten en dan vraag je je misschien af waarom we over een eigen ontwikkelingsafdeling moeten beschikken, maar die ben ik nodig om snel te kunnen schakelen. Van idee naar uitvoering. We doen hier niet aan rocket science en daarom zijn we ook binnen een jaar te kopiëren. Dankzij onze ontwikkelingspower slagen we er dus in om voorop te blijven lopen.”

Martin Westerbeek

Grijze muizen

Schrijver ziet het als een tweesporenbeleid. Aan de ene kant lever je de producten die de wetgeving verlangt en de markt dus vraagt. Anderzijds daagt het team zichzelf continu uit om iets nieuws te ontwikkelen. “We maken echt het verschil door het anders te doen dan een ander”, stelt Westerbeek. “Als ik niet een route kies om bovenin mee te spelen door nieuwe producten te ontwikkelen en aan te tonen dat we kennis en kunde in huis hebben, dan behoor je tot de grijze muizen. Dan verwerk je dus alleen ijzer en staal. Dankzij ons team kunnen wij binnen een periode van zo’n acht tot twaalf weken een product in de markt zetten. Dat kunnen er niet zoveel.”

Natuurlijk is het soms dan nog wel nodig om te verfijnen en dat is zeker noodzakelijk als je je zoals Schrijver ook op de buitenlandse markt richt. “Een product dat hier heel functioneel is, hoeft in Frankrijk helemaal niet functioneel te zijn. De Fransen kunnen zeggen dat ze ‘m net iets breder, dieper, hoger of dikker willen hebben en dan kunnen wij vrij snel schakelen. Dat is verfijnen op marktniveau. We doen dus productinnovaties maar ook aan doorontwikkeling. Zo is het hier ook verdeeld op de werkvloer en daarmee maken we het verschil. En dan blijf ik voortdurend zeggen dat het grootste verschil wordt gemaakt door de mensen. Niet voor niets luidt de lijfspreuk van ons bedrijf ‘done by people, inspired by cows’. Dat geef ik ook graag mee aan collega-ondernemers. Ze roepen vaak dat ze goed zijn voor hun mensen, maar wat is dat nu eigenlijk? In mijn beleving is het ook kennis delen. Als ik een bezoek breng aan het buitenland, dan praat ik er over. Vertel ik wat ik heb gedaan, waarom ik er ben geweest en wat ik er verder van verwacht. Laatst was ik bijvoorbeeld in Berlijn. Bij Vincent Overmars, een Raalter jongen die 1.800 koeien melkt. Hij heeft land, machines en koeien, maar hij ziet langzaam wel zijn infrastructuur verdwijnen.”

Het zijn mooie ervaringen om te delen met de jonge honden – of misschien beter: jonge kalveren… – die uiteindelijk de kar moeten gaan trekken. Zoals Emiel Gerner (commercieel manager Topcalf) en Niels Westerbeek (zoon van Martin en verantwoordelijk voor de supply chain, het proces van order tot productie). “Daar betrek ik dan ook graag een ouwe rot zoals Bennie Boksebeld bij. Hij is bijna 60 en werkt hier al 38 jaar. In het begin was dat even lastig voor die jongens, maar nu marcheert die samenwerking gewoon.”

Offers brengen

Met het samensmelten van aanstormend talent en ervaren krachten heeft de firma Schrijver het proces naar de toekomst naar eigen zeggen beter gewaarborgd. Want, het is natuurlijk jammer als al die kennis en ervaring, die vaak in het hoofd van de oudere werknemers zit, verloren gaat. Overigens is het echt niet altijd hosanna, geeft Westerbeek eerlijk aan. “Ik vertel hier een succesverhaal, maar dat betekent ook dat we tegen mensen hebben moeten zeggen dat hier geen toekomst voor hen is. Begrijp me niet verkeerd, die jongens waren goud. Twee werkten al dertig jaar voor Schrijver. Topgasten, maar ze vonden het lastig om mee te gaan in hun senioriteit en de samenwerking met de jongere generatie. Het doet echt pijn als je dan afscheid moet nemen, maar ben je als ondernemer niet bereid om offers te brengen, dan ga je het niet redden”, aldus de Wijhenaar die tot zijn afscheid zal blijven hameren op het teamverband. “Ik zeg het hier regelmatig: ‘je moet met elkaar in staat zijn om elke wedstrijd te winnen’. Dat betekent ook dat je even extra tijd moet kunnen opnemen om een huis te bouwen of aandacht te geven aan een ziek familielid. Wij lossen het dan wel op. Met elkaar.”

Tachtig procent van de omzet in de bedrijven Schrijver Stalinrichting en Topcalf komt uit de export. Dus, het is logisch dat Westerbeek de ontwikkelingen in Europa op de voet volgt om snel te kunnen anticiperen. Zo komt er nu bijvoorbeeld een regel aan met betrekking tot het transport van jonge kalveren. “Het voorstel van de Europese Unie was dat je na 35 dagen mag transporteren. Dat is teruggebracht naar 28 dagen met een minimaal gewicht van 50 kilo. Duitsland heeft al aangegeven het per 1 januari te gaan invoeren en de verwachting is dat andere landen gaan volgen. Dan komt er natuurlijk een grote vraag naar andere ophoksystemen. Daar hebben we al op ingespeeld door de laatste twee jaar te werken aan een systeem dat voldoet aan die nieuwe richtlijnen. Dat legt ons momenteel dus geen windeieren. Het is één van de redenen waarom we zo druk zijn. In de basis is dit het verhaal van een bedrijf zoals het onze. We zijn sterk afhankelijk van de grillen van de Nederlandse en Europese politiek. En van de melkprijs. Nu is het goed, maar gaat het onderuit, dan hebben wij ook een probleem, want dan stoppen de boeren met investeren.”

Korte keten

De Raalter onderneming met duidelijke Broeklandse wortels schroomt niet om samen te werken met partners in de keten. Dat is al te zien waarop het nieuwbouwpand een jaar geleden is verrezen. Open, transparant en met het idee dat een deel wellicht in te zetten is als kenniscentrum. Daar heeft Westerbeek nog een nieuwtje te melden. “De provincie Overijssel is bereid geld vrij te maken omdat ze hopen dat we daarmee de korte keten kunnen stimuleren. Het doel is om binnen nu en drie jaar een paspoort te hebben waarmee een veehouder kan aantonen dat een kalf gezond, dus zonder antibiotica, is opgefokt. En dat hij daar dan ook een hogere prijs voor krijgt. Onze rol zit ‘m nu in het creëren van draagvlak en uiteindelijk willen we graag de hardware leveren. Het beheren van de paspoorten, dat mogen anderen doen.”

Martin Westerbeek

Als Westerbeek nog één wens mag ventileren voor een efficiëntere bedrijfsvoering, dan is het wel dat in Europa één lijn wordt getrokken.
Dat Europa dus de wetgeving gaat bepalen voor de landbouwsector. “Veel landen vinden dat nu nog vervelend omdat ze het liever zelf uitzoeken, maar als exporterend bedrijf is het natuurlijk veel gemakkelijker werken als het overal hetzelfde is. We moeten nu continu schakelen tussen landen, wetgeving en voorwaarden.”

Zijn wens heeft nadrukkelijk te maken met de stip op de horizon die Schrijver Stalinrichting, Schrijver Stalservice en Topcalf voor zichzelf hebben gezet. “Over vijf jaar willen we in de Franstalige landen marktleider zijn met onze systemen. Dat zijn we al in de Duitstalige landen, maar nog niet in Frankrijk en België. En daar kan Europa ons wel bij helpen. Als het moment komt dat de regels gaan veranderen, zijn wij er klaar voor. De distributie wordt echt nog wel een uitdaging, maar het voorwerk is dan in ieder geval al gedaan. Ik durf ook wel te stellen dat distributie één van onze sterke punten is. We hebben altijd wel ingezien dat je positie minder goed is als je geen distributie hebt. Dan word je afhankelijk van anderen, ga je toe naar een private label en verlies je marge.”

Niet degraderen

Ontegenzeggelijk kan vriend en vijand vaststellen dat de onderneming zich in een goede flow bevindt, maar eerlijk gezegd is dat ook wel anders geweest. In de eerste periode van Westerbeek (loondienst van 1988 tot 1992) kreeg Schrijver zelfs te maken met surseance van betaling. Maar het merk blijft fier overeind. “Toen ik hier voor de tweede keer kwam (2010 met overname in 2011), stond er wel een bedrijf waar geld werd verdiend, maar de sleet zat er heel diep in. Hier werkte een team dat op basis van ervaring z’n wedstrijdjes won. Het was net genoeg om niet te degraderen. Dat was zeker een keer gebeurd, dus er moest nieuwe energie in. Dat hebben we aan het begin gedaan met heel veel stagiaires, want ik had geen middelen om nieuwe mensen aan te trekken. Zelf concentreerde ik me helemaal op de verkoop.”

Het waren ongetwijfeld tropenjaren, maar daarmee is wel het fundament voor Schrijver 2.0 gelegd zoals we het gemakshalve maar even omschrijven. Met dus ruimte voor een nieuwe poot met Topcalf. Schrijver mikt zich nu met Stalinrichting en Service duidelijk op de regio. Met dealerschap en service op het gebied van
inrichting, klimaat, reiniging en de waterhuishouding in stallen. En Topcalf is producent van een eigen product met eigen inkoop en marketing. “Twee verschillende disciplines maar het versterkt elkaar weer in techniek.”

SOM’s succesfactor

De ene onderneming blijft worstelen om het hoofd boven water te houden. De andere slaagt er in om alles wat het aanraakt in goud te veranderen. Is het goed ondernemerschap, is het geluk of is het een kwestie van wachten tot de juiste kans voorbij komt? Of is het een combinatie van factoren? Het Sallands Ondernemers Magazine wil het naadje van de kous weten. Oftewel, wat is de SOM’s Succesfactor? Voor deze editie gaan we in gesprek met Martin Westerbeek van Schrijver Stalinrichting, Schrijver Stalservice en Topcalf. 

Delen:

Deel dit artikel!