“MKB is de norm! Maak regels om ze uit te voeren op het niveau van de MKB’er”

Oost-Nederland boft met Jacco Vonhof als vooruitgeschoven post van MKB-Nederland

Natuurlijk zit hij er voor ondernemers uit alle delen van het land. Maar hoe fijn is het voor iedereen in dit deel van Nederland dat we in de persoon van Jacco Vonhof (53) een soort vooruitgeschoven post in Den Haag hebben. Want, de voorzitter van MKB-Nederland schermt graag met voorbeelden uit Regio Zwolle. Voor een groot deel komt dat voort uit een gevoel van trots wat hier is bereikt met dat samenwerkingsverband van 22 gemeenten. Wat hem betreft een schoolvoorbeeld hoe goed samenwerking in een lichte vorm kan uitpakken. Dus zonder een nieuwe bestuurslaag te creëren, maar op basis van ambitie en respect tussen gemeenten en ondernemers.

We treffen hem deze vrijdagochtend op de Zwolse vestiging van Novon, het schoonmaakbedrijf dat hij ooit is gestart. De dagelijkse leiding is inmiddels in handen van algemeen directeur Elbert Jan Hesse, maar hij komt er iedere week nog wel even over de vloer. Of op vrijdag om even lekker rustig te werken en de sfeer binnen het bedrijf te peilen. Of een paar uurtjes in het weekend om zoals hij het zelf omschrijft “te doen wat ik denk dat belangrijk is.” Hij oogt ontspannen. Al lopend naar de ontmoetingsruimte groet hij iedereen. Van een vertegenwoordiger tot een personeelslid. Met zijn outfit – spijkerbroek en net overhemd – gaat hij ook heel gemakkelijk op in de omgeving en zo ziet hij het graag. “Ik hoorde net dat er ook een fotograaf komt. Dan had ik anders misschien toch een jasje meegenomen, maar ach, dit is wel wie ik ben. Bij Novon loop ik eigenlijk nooit in pak…”

We kennen hem inderdaad ook wel anders. Zoals van zijn televisieoptredens waarbij hij meestal strak in het pak verschijnt. Vonhof is een graag geziene gast in iedere zichzelf respecterende talkshow. Er valt ook genoeg te bespreken. Of het nu gaat om krapte op de arbeidsmarkt, het effect van corona en de bijbehorende steunpakketten of exploderende energieprijzen; de Zwollenaar schuift dankbaar aan. “Toen ik vier jaar geleden begon als voorzitter van MKB-Nederland zat er intern wel wat chagrijn. We waren minder zichtbaar dan onze collega’s van VNO-NCW met wie we samenwonen in de Malietoren. De grote opdracht voor mij was dan ook om het MKB en de vereniging MKB-Nederland meer gezicht te geven. Ik maak dan altijd wel de grap dat ik de arbeidsovereenkomst slecht heb gelezen. Het was drie dagen bezoldigd en de rest vrijwillig, terwijl ik er vanaf de start vijf tot zes dagen in de week druk mee ben geweest. Ik durf te stellen dat het is gelukt om het MKB en MKB-Nederland weer kleur op de wangen te geven, maar blijf tegelijk de vraag te stellen of het dankzij of ondanks mij is gebeurd. Door een aantal heftige gebeurtenissen in de wereld zagen mensen ineens hoe belangrijk de rol van het ondernemerschap en de positie van de ondernemer is. Dat heeft mij geholpen om het MKB kleur te geven en MKB-Nederland weer in positie te brengen.”

Het MKB heeft in ieder geval nog nooit zoveel in talkshows gezeten…”
“Precies! Nou ja, als dat de maatstaf der dingen is, dan is het gelukt. Maar ook in de politiek zijn we beter zichtbaar hè. In het huidige coalitieakkoord staat zeventien keer MKB genoemd. Is nog nooit eerder gebeurd. Het is een heel ambitieus stuk waarin het kabinet echt wilde nadenken over de positie en de rol van het MKB. En daar blijf ik ze mee om de oren slaan.” Vonhof heeft zich ongetwijfeld wel eens afgevraagd waaraan hij is begonnen. Vanaf zijn eerste stappen in de Malietoren ging het van crisis naar crisis. “Van de vier jaar was het 3,5 jaar crisis. Dus, toen ze me vorig jaar vroegen of ik nog een periode beschikbaar was, heb ik daar direct ja op gezegd. Heel eerlijk: ik had het idee dat ik amper was begonnen.”

De echte economie

Mijn eerste kennismaking met Jacco Vonhof dateert van 2004. Ik zag toen een lange jongeman op een podium die trots als een pauw een prijs omhoog hield. In mijn onschuld dacht ik nog dat hij de prijs behorende bij Starter van het Jaar van Regio Zwolle had gewonnen. Niets was minder waar. Amper de dertig gepasseerd en hij mocht zich als oprichter en eigenaar van Novon al Ondernemer van het Jaar noemen. Iedereen zag het: hier staat een echte ondernemer. Zelfverzekerd en met flair, maar duidelijk zonder een spoor van arrogantie. “Mensen zagen misschien iemand die net kwam kijken, maar ik was toen al wel tien jaar bezig. Waarom ik het ben geworden – dit is mijn eigen afdronk ervan – is dat je de jaren daarvoor de internetbubbel had. Toen zat iedereen in de IT en tech. Dat was hip and happening en dus wonnen de internetgoeroes de prijzen. Toen klapte de bubbel en gingen mensen nadenken over wat nu de echte economie was. En toen werd de schoonmaker die letterlijk heel eenvoudig werk deed maar wel met hoge impact ineens sexy. Toeval, mazzel? Zeg het maar. De ondernemersprijs was wel het vertrekpunt voor veel andere positieve zaken die me daarna zijn overkomen.”

Jacco Vonhof

Was het een jongensdroom om ondernemer te worden? Nee, niet echt. Het was meer vanuit de gedachte van de gesjeesde rechtenstudent die toch brood op de plank moest zien te krijgen. “Ik kwam er na de studie al snel achter dat ik geen probleem had met hard werken, maar ik vond het ingewikkeld om te werken voor mensen die mij vertelden wat ik moest doen terwijl ik vond dat ik het zelf eigenlijk beter wist. Ik vond dat mensen niet naar me luisterden. Waarom schoonmaken? Dat was zo’n beetje de rode draad door mijn hele jeugd. Ik had altijd bijbaantjes in die richting omdat mijn vader bij een schoonmaakbedrijf werkte. Ik kocht een busje en een grote ladder en ben glazen gaan wassen. Het was vooral een ongelooflijke drang naar vrij willen zijn.” De rest is – zo ben je dan geneigd te zeggen – geschiedenis. Van één persoon ging het naar een bedrijf met vijf vestigingen in het noorden en oosten van het land en 2.500 werknemers. “Als je niet groeit, loop je in deze branche het risico dat je niet meer meedoet”, bezweert Vonhof die zich haast om er aan toe te voegen dat het wel draait om gezonde groei. “Dat je winstgevend bent en de groei kunt financieren en tegelijk veel aandacht kunt geven aan je mensen. Want, dit is wel een mensenbedrijf. Ik had dit in mijn eentje natuurlijk ook nooit kunnen opbouwen. Het feit dat ik er in de afgelopen vier jaar minder ben geweest, heeft er niet voor gezorgd dat het minder is geworden. Integendeel zelfs! Het is alleen maar beter gegaan.”

Ondernemersagenda

Als je het langs een meetlat legt, kun je stellen dat Jacco Vonhof zijn bestuurlijke carrière aardig heeft uitgestippeld. Althans, zo lijkt het, maar zelf gelooft hij heel erg in toeval. “Ik maakte iedere keer een stap – als je het zo kunt omschrijven – omdat iemand iets vroeg of omdat zich iets voordeed waardoor je in die positie komt. Tegelijk geloof ik dat je toeval enigszins kunt organiseren. Dat iemand je ziet, heeft gesproken en/of iets van je vindt.” In vogelvlucht ging het van Regio Zwolle naar VNONCW Midden naar MKB Zwolle om uiteindelijk als voorzitter van MKB-Nederland door het leven te gaan. “Als er iets voorbij komt voor de goede zaak en ik heb de tijd, ruimte en energie, dan vind ik dat je daar aan mee moet doen.”

Van ondernemer naar vergadertijger. Ik schat in dat je een hekel hebt aan dat woord
“Heb ik ook..”

In onze regio val je natuurlijk wel meer op als je op de barricades klimt. Je was dus altijd wel bezig om je mening te verkondigen?
“Ja. En dat doe ik nog steeds, ha ha! Al heb ik wel geleerd dat het niet alleen gaat om mijn mening. Als je overal roeptoetert en vervolgens niemand van de achterban in beweging krijgt… Of als je niet bereid bent om jouw mening in te ruilen omdat die van een ander een beter resultaat oplevert… Daar moest ik echt aan wennen. Als ondernemer kun je roepen dat we morgen naar rechts gaan en dan gaat iedereen in principe naar rechts. Overigens kwam ik er later achter dat dit wel een hele slechte manier is om een bedrijf te leiden, maar dit terzijde. Het credo is dus niet vanuit je eigen onderbuik een mening ventileren, maar goed ophalen wat er leeft in je achterban en de samenleving. En dan aan tafel het belang van 220.000 ondernemers in mijn achterban duidelijk maken. Dat is echt iets anders dan ondernemen, maar een vergadertijger word ik nooit.”

De lessen vanuit het ondernemerschap en zeker die vanuit zijn rol als regionaal bestuurder gebruikt hij gretig in zijn huidige rol. “Het mooie van Regio Zwolle was altijd dat ze niet naar het kabinet gaan met een doos vol problemen, dat achterlaten en wachten op een oplossing. Nee, Regio Zwolle kwam zelf met oplossingen. In eerste instantie voor het werkgebied, maar uiteindelijk ook voor heel Nederland. Vanaf mijn eerste dag hebben we – ik heb daarvoor ook een ondernemersagenda geschreven – geprobeerd ondernemers in de stand te krijgen dat we oplossingen brengen voor alle grote uitdagingen waarmee ons land wordt geconfronteerd. En Den Haag er van proberen te overtuigen dat de ondernemer veel meer als onderdeel van de oplossing moet worden gezien en niet van het probleem.” De Zwollenaar – hartstochtelijk fan van PEC en liefhebber van de binnenstad in al z’n schoonheid – is een vrije denker met een rebelse uitstraling. Dat had hij vroeger al en de vos heeft in dit geval z’n streken nog niet verloren. Het heeft er ongetwijfeld ook mee te maken dat hij relatief jong is (geweest) in zijn functie(s). “Dat rebelse, jeugdige imago kleeft wel een beetje aan me. De grap is dat ik in annalen van MKB ben gedoken en ik blijk de op één na de oudste voorzitter te zijn…”

Aha-erlebnis

Inmiddels heeft hij zeker op landelijke schaal al heel wat ‘grootheden’ mogen ontmoeten. Toch voelt hij zich altijd nog een beetje als Alice in Wonderland. “Ik kan me nog steeds verbazen over de wereld waarin ik terecht ben gekomen. Dat ik in gezelschappen verkeer met mensen die ik kende van televisie en/of heel hoog heb zitten. En daar zit je dan tussen als gelijkwaardig persoon. Iets van: ik hier? De grootste ahaerlebnis was wel dat het anderen aan die tafel natuurlijk ook overkomt. Als je bijvoorbeeld van de ene op de andere dag minister bent. Toen ik me dat realiseerde, werd het allemaal normaler.” Vonhof zag en ziet zijn meerwaarde duidelijk als de pragmaticus die overzicht biedt en een standpunt vanuit de praktijk kan uitleggen aan mensen die vanuit de theorie denken. “Dan hebben we het over macrogetallen. Die kloppen vaak wel, maar het zegt helemaal niets over wat het op microniveau met een ondernemer, een groep ondernemers of een regio doet. Spreadsheets zijn leuk, maar wat maakt een ondernemer nu eigenlijk allemaal mee? Ik kan uitleggen wat het voor een kleine ondernemer betekent om bij ziekte twee jaar lang loon door te moeten betalen. En ook vertellen dat een proces in veel gevallen wordt bemoeilijkt door extra regelgeving.”

De ondernemers hebben zware jaren achter de rug. Hoe zou je nu de staat van ondernemend Nederland omschrijven?
“Vooropgesteld, ik ben eigenlijk helemaal niet van de nuance…”

Jacco VonhofDat vind ik wel prettig…
“En ik ben ook niet van die macroplaatjes, maar daar begin ik wel even. De macroplaatjes zeggen dat het gemiddeld genomen goed gaat met het bedrijfsleven in Nederland. In ieder geval beter dan verwacht. Zelfs de recessie, die er al een tijdje aan lijkt te komen, blijft nog uit. In hele branches en sectoren draait de economie prima door en heeft men niet heel veel last van de gevolgen van geopolitieke spanningen. Iedereen voelt wel het effect van de hoge energieprijzen en we hebben de uitdaging van de krapte op de arbeidsmarkt. Pel je het nu af naar branche- en zelfs bedrijfsniveau, dan zijn er wel grote verschillen. Met name de winkels, horeca, reis- en evenementensector, theaters, musea; zij hebben het zwaar door allerlei coronaschulden. Ze moeten veel terugbetalen en worden nu ook nog eens geconfronteerd met forse huurverhoging en lastige financieringen. Door de compliancegekte zijn banken namelijk steeds minder in staat MKB’ers te financieren. Die wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, zit ons vreselijk in de weg.”

Met de omzet gaat het vaak nog wel goed, maar de kosten stijgen te hard waardoor marges onder druk staan. “Die marges hebben de ondernemers juist zo hard nodig omdat ze de ellende uit het verleden nog moeten oplossen en zeker ook om te kunnen investeren in de toekomst van hun bedrijf. Want vergis je niet: er komen nog een paar hele stevige uitdagingen aan. Of we nu willen of niet, we moeten allemaal die energietransitie in. Verduurzaming is cruciaal, ook om los te komen van allerlei landen waar ze het niet zo nauw nemen met mensenrechten en dat soort fratsen.”

Ook op het gebied van digitalisering volgt nog een grote inspanning. En die krapte op de arbeidsmarkt, dat wordt maar niet beter. Sommige ondernemers gooien daarom het bijltje er bij neer en dan hoor je wel eens geluiden dat ze misschien dan ook geen echte ondernemers zijn. “Soms klopt dat beeld, soms ook niet. Wat we ons met z’n allen wel moeten beseffen, is wat het verdwijnen van winkels, bedrijven en horeca betekent voor onze binnensteden en dorpen. Voor de leefbaarheid, voor de dynamiek.”

Ondernemende samenleving

Vonhof heeft duidelijk piketpaaltjes uitgezet als het gaat om de koers richting de landelijke politiek. In zijn ogen is het tijd voor een kentering. “De rode draad in dit kabinet en de kabinetten hiervoor was de participatiesamenleving. Dat was een soort van heilige graal. Door alle ellende in de wereld zijn we uitgekomen op een compensatiesamenleving, maar dat kan ook niet de bedoeling zijn. Ik vind dat we toe moeten naar een ondernemende samenleving. Mensen die zelf weer de regie pakken en daartoe ook heel goed in staat zijn. Waar ze het niet kunnen, moet je helpen.” De geboren Tukker (Enschede) heeft ook wel het gevoel dat de overheid langzaam die richting opschuift. “In 2024 moeten we echt stappen hebben gemaakt. Hoe gaan we als werkgevers, werknemers en overheid een oplossing creëren voor mensen met een kleine beurs. Hoe zorgen we er voor dat (meer) werken loont? Dat mensen genoeg in de portemonnee hebben om de vaste lasten te kunnen betalen? Dat is een hele ander verhaal dan een overheid die alleen maar bij stort en het bonnetje uiteindelijk aan de ondernemers geeft. Daarom zitten we ook regelmatig om tafel met een hele brede afvaardiging van het kabinet in een Catshuisoverleg.”

Maar hoe voorkom jij nu dat je een roepende in de woestijn wordt. Want in zo’n Catshuisoverleg knikken ze allemaal en ze zeggen: ‘Jacco, perfect verhaal’. Maar dan…
“Ik voel me geen roepende in de woestijn. Voel me de vertegenwoordiger van 220.000 ondernemers.”

Jacco VonhofMaar jij kunt toch niet alleen maar leven met het idee dat je het verhaal van de ondernemer hebt verteld?
“Nee, dat is ook zo. Er wordt wel geluisterd. Ik krijg niet altijd mijn zin, maar dat kan in de politiek sowieso niet. Zeker niet met al die verschillende overtuigingen. Daarom heb ik invloed en geen macht. Ik kan wel proberen het beleid met steekhoudende argumenten en een grote achterban de goede kant op te duwen.”

Is de overheid teveel bezig met de kwaal?
“Ja, sterker nog: ik vind dat ze tegenwoordig alles een kwaal noemen. De politiek durft heel vaak niet te kiezen en dan ontstaan crises. Die noemen ze dan ook zo, maar het zijn keuzeproblemen. Als je die crises even vergeet – en daar hebben we er een boel van hè – en je kijkt naar de echte grote uitdagingen (klimaat/energie, digitalisering/het nieuwe werken en arbeidsmarkt), dan moet je niet in crises denken. We moeten nadenken wat er nodig is om op een gezonde manier onze doelen te behalen, een duidelijke koers uitstippelen. Maar in de politiek is er elke dag gedoe. Tot en met de Nokia van onze minister-president aan toe.”

Gevaar van regionalisering

Als je het hebt over de ondernemende samenleving, dan is Regio Zwolle wat Vonhof betreft best wel weer een mooi voorbeeld. “Als we ons DNA, het denken in oplossingen en een stukje arbeidsethos nou eens gebruiken om heel Nederland in die richting te duwen…”, droomt hij even hardop. “Tegelijk moeten we leren van andere delen van het land waar ook heel veel dingen goed gaan. We moeten uitkijken dat we niet teveel in polariserende verhoudingen terechtkomen als het gaat om stad en platteland en Randstad tegen de rest van Nederland. Het gevaar van regionalisering kan zijn dat je aandacht voor jezelf vraagt door je af te zetten tegen een ander. Dat is in ieder geval niet mijn manier.” Een ondernemende samenleving betekent volgens ‘onze man in Den Haag’ zeker ook dat de ondernemer de kans moet krijgen om te ondernemen. Dat de rekening voor extra overheidsuitgaven niet altijd automatisch bij het bedrijfsleven terecht komt. “Ondernemers hebben de afgelopen jaren al enorme lastenverzwaringen voor de kiezen gekregen. Dat gaat allemaal ten laste van het vermogen dat ze willen investeren in de toekomst.” De voorzitter van MKB-Nederland schermt graag met de ontregelagenda die hij heeft opgesteld. “We moeten terug naar de basis. We hebben het allemaal veel te complex gemaakt! Dat geldt voor de belastingen, de arbeidsmarkt, de wet tegen terrorismebestrijding… Als je het allemaal op een rijtje zet, zijn we helemaal losgeschoten van wat we ooit bedoelden. En als antwoord op complexiteit heeft Den Haag eigenlijk maar één oplossing: nog meer complexiteit.”

De rekening voor extra overheidsuitgaven moet niet automatisch bij het bedrijfsleven terechtkomen

Het credo is dus ‘meer vanuit vertrouwen zoeken naar een goede oplossing’. “Dus niet alles tot in de puntjes dichtregelen wat er uiteindelijk alleen maar toe leidt dat mensen die verkeerd willen het nog steeds doen en mensen die het goed wíllen doen het niet meer goed kúnnen doen. In de tussentijd moeten we wel goed de vinger aan de pols houden waar het met ondernemers niet goed gaat buiten hun eigen schuld. De taak van MKB-Nederland is ook nadrukkelijk om ondernemers te helpen door bij ministeries te pleiten voor goede, eenvoudige regelingen die je in de goede richting duwen als het gaat om verduurzaming, digitalisering, energietransitie en klimaatadaptatie.”

“Want”, komt Vonhof aan het eind van zijn betoog. “99 procent van alle bedrijven in Nederland is een MKB-bedrijf. Veel van de regelingen die de overheid opstelt, zijn voor 99% van alle bedrijven echter nauwelijks te bereiken en doen er ook nauwelijks toe. Met andere woorden: om 1% van de bedrijven in de goede richting te duwen, wordt vaak 99% van alle bedrijven vergeten. Dan draai ik het graag om: ‘Beste politiek, groot is niet de norm. MKB is de norm! Maak regels om ze uit te voeren op het niveau van de MKB’er’.”

Delen:

Deel dit artikel!