Bjorn te Lintelo wil zijn eigen paarden naar de top brengen

“Je moet een goeie vinden en er zelf in blijven geloven”

Na zijn actieve carrière bleef springruiter Bjorn te Lintelo betrokken bij de paardenwereld, aanvankelijk als hoefsmid. “Moeilijk werk, het was vaak risicovol”, vertelt hij. “Ik zag er geen toekomst in. Daarom stapte ik over naar mijn huidige werk in de grond,- weg- en waterbouw, daar lagen meer kansen.” Toch kon hij de paarden niet loslaten. Het fokken van sportpaarden blijkt een mooie uitdaging. 

“Je moet een goeie vinden en er zelf in blijven geloven”, zegt hij. “Vergelijk het met een crossmotor. Je koopt ‘m voor 15.000 euro, na jaren is ‘ie nog maar 2.500 euro waard. Bij paarden werkt het andersom. Als een paard het goed doet, kan hij na jaren zomaar het dubbele waard zijn.” Een sprekend voorbeeld kwam onlangs in het nieuws. Een bijzonder gevlekt veulen, C-Bra, wisselde voor een recordbedrag van eigenaar. Het dier, dat veel weg heeft van een zebra en uitstekende genen bezit, bracht bij een veiling ineens 402.000 euro op. Je zou er bijna dollartekens van in je ogen krijgen. “Nee, het is niet zo simpel”, zegt Bjorn. “Paarden zijn levende have, er komt enorm veel bij kijken. Verzorging, training, voeding, hoefsmid, dierenarts, noem maar op. Een paard verzorgen is kostbaar. En voor topsport heb je ook geluk nodig. Geen blessures, geen ziektes en natuurlijk de juiste genen en het talent.”

 

SOM's Passie Bjorn

 

Fokken

Bjorns passie voor de sportpaardenfokkerij is overduidelijk. “Het mooiste is de ontwikkeling. Dat een paard beter wordt, presteert en bekend wordt. Dat wil ik ook. Het beste uit een paard halen en hopen dat het bij een grote ruiter terechtkomt. Zoals bijvoorbeeld Emylana BTL Z, onze prachtige merrie van Emerald van het Ruytershof. Ze presteerde fantastisch tijdens het CSI in Ommen. Onder het zadel van ruiter Eric ten Cate liep ze drie dagen lang ‘nul’ in de CSI tour, ze tikte er geen enkele hindernis af. Als jong paard is ze opgeleid door ruiter Collin Zwartjens en we zijn nu ontzettend trots op de resultaten. Ja, heel mooi, daar haal ik mijn voldoening uit.” Hoe gaat dat fokken nu precies in zijn werk? “We beginnen met onze merrie en zoeken daar een geschikte hengst bij. Een uitdaging op zich, de hengst moet aan voorwaarden voldoen. Het liefst wil je bij het nageslacht iets verbeteren. Heb je een goede gevonden, dan volgt inseminatie. Na achttien dagen scannen we of de merrie drachtig is. Na 35 dagen scannen we nogmaals of alles goed gaat. Daarna volgt een lange dracht van elf maanden. Pas bij de geboorte weet je of het geslaagd is. Dat maakt die geboorte enorm spannend.” Daarna komt de volgende stap. “We beslissen of we het veulen houden of verkopen. Tegen die tijd zit er al enorm veel geld én emotie in. Houden we ‘m, dan gaat het dier onder het zadel. Vroeger trainde ik de paarden zelf, zadelmak maken, iedere avond rijden. Daar heb ik nu geen tijd meer voor. Daarom zet ik ze nu elders op stal om ze anderhalf jaar te laten trainen. Natuurlijk ga ik af en toe kijken bij een training. Als het paard klaar is voor de sport, verhuist het naar een nieuwe ruiter om te trainen en wedstrijden te springen. Vanaf zes of zeven jaar kunnen ze meedoen aan de grotere concoursen.”

Zelf rijden doet Bjorn nauwelijks meer. Waar hij vroeger als springruiter fanatiek en gedreven was, ziet hij recreatief rijden nu eerder als een kwelling. “In mijn tijd reed ik veelal fijne en correcte paarden. Om nu een of twee keer in de week op een paard te zitten, geeft mij geen voldoening. Met alle respect, dat voelt voor mij heel primitief en doelloos. Wel ga ik af en toe mee met andere ruiters naar internationale concoursen. Dan zijn we een lang weekend weg, heerlijk, dat voelt voor mij als pure ontspanning.”Er is nog een aspect in de paardensport waar Bjorn helemaal in op gaat. Net als in zijn onderneming voedt de paardensport ook zijn handelsgeest. “Ja, ik zie kansen, waar ik dan op inspring. Maar ik kan ook snel mijn verlies nemen, dat is misschien wel mijn sterkste eigenschap, niet doormodderen. Dat heb ik van mijn moeder. Samen kochten we eens een veulen, dat als jong paard niet voldeed aan onze verwachtingen. Dan beslis ik dat die in de verkoop gaat. Dan pak ik mijn verlies en ga ik verder.”

Delen:

Deel dit artikel!