“Winst maken is mooi, maar we willen vooral iets toevoegen aan de maatschappij”

Familiebedrijf Boerhof Projectinrichters viert vijftigjarig jubileum

Uiteenlopende herinneringen aan de afgelopen vijftig jaar schieten gretig over en weer tussen John Boerhof en zijn dochter Kristel Leerkes-Boerhof. “Oh, komt hij toch naar het feest? Zo leuk! We hebben hem echt al geen eeuwigheid meer gezien hè?” Inmiddels zit het jubileumfeest erop, maar wij spraken vader en dochter een week vóór het feest. Het enthousiasme straalt van ze af. De afgelopen weken maakten ze een bijzondere reis terug in de tijd door volop oude foto’s, krantenknipsels en advertenties te bekijken. “Vijftig jaar Boerhof… Ja, dat maakt ons vooral enorm trots.”

John Boerhof zit al rustig te wachten in het kantoor van zijn dochter. In een grote, blauwe fauteuil drinkt hij een kop koffie. “Kristel komt zo, hoor. Ze had zo’n drukke agenda vandaag… Ik ben stiekem wel blij dat die tijd er voor mij opzit, haha!” De eerste anekdotes over de afgelopen vijftig jaar komen al snel op tafel. Over het begin in een pandje van de oude bakkerij. Over de groei, de verhuizing naar de voormalige Heetense melkfabriek en de overname door zijn twee dochters. Hij vertelt alles kalm en nuchter, maar stiekem klinkt toch de trots door in zijn stem. Een familietrekje zo blijkt, want ook Kristel straalt van alle kanten als ze over het bedrijf vertelt. “Ik ben zelf dit jaar ook vijftig geworden en dat maakt dit jubileum toch wel extra bijzonder”, zo vertelt ze zodra ze zichzelf in een soortgelijke fauteuil als haar vader settelt. “In al die oude foto’s zie ik mezelf letterlijk meegroeien. Als ik dat kleine meisje op de foto zie bij ons oude pand en ik me dan realiseer dat ik nu zelf eigenaar ben… Dat we dit jaar een prachtig vijftigjarig jubileum vieren. Ja, dat is toch bijzonder?”

Alles verandert

De rekenwonders zullen het sommetje al lang en breed hebben gemaakt, maar voor de officiële oprichting van Boerhof moeten we dus terug naar 1973. Naast zijn baan als vertegenwoordiger in meubelen opent John Boerhof dan een tapijtwinkel in Heeten. “Ik groeide op in een ondernemersgezin, dus voor mij lag het voor de hand om een eigen zaak te beginnen. En waarom dan in tapijt? Tja, ik werkte in de meubelen en dus kon ik natuurlijk niet in die branche beginnen. Dan zou ik trammelant krijgen. Toen dacht ik: tapijt, dat sluit er eigenlijk wel mooi op aan. Ik begon heel klein en simpel, met vier rollen vloerbedekking. Die verkocht ik dan elk weekend in de Heetense tapijthal. Langzaam groeide dat steeds een beetje verder en na een jaar nam ik mijn eerste medewerker in dienst.” Vier rollen tapijt werden zestig rollen tapijt en zo nam het bedrijf van John langzaam serieuze vormen aan. Maar zijn vaste baan opzeggen? Nee, dat deed hij niet. “Als ik nu terugkijk op die tijd, dan denk ik dat die goedverdienende baan wel echt een groot voordeel was. Daardoor kon de zaak groeien, snel groeien zelfs. Tot 1978 aanbrak en een brand alles verwoestte. Toen stond ik wel op een kruispunt: gaan we stoppen of beginnen we weer helemaal opnieuw? Die vraag ging zeker door mijn hoofd, maar eigenlijk twijfelde de ondernemer in mij geen moment. Ik wilde zo snel mogelijk weer aan de slag. Wij vestigden ons in een nieuw pand en breidde ons assortiment in de jaren die volgden verder uit met de verkoop van meubels aan particulieren.”

Hoewel de brand in veel opzichten een belangrijk moment was in de geschiedenis van Boerhof, kwam er in 1987 een opdracht die álles zou veranderen. In dat jaar vraagt een kantoor in Zwolle namelijk om hun hele gebouw te stofferen. “Ik had daar wel oren naar”, zo blikt John terug. “Die opdracht bleek de start van Boerhof Projecten. Dat begon eerst kleinschalig en ging eigenlijk helemaal niet zo geweldig. We draaiden dik verlies. Ik weigerde echter om op te geven. Dus we gingen door. Ja, dat was een sprong in het diepe, maar het bleek de goede zet. Vanaf dat moment is ons bedrijf heel hard gegroeid. Een jaar later stopte ik dan ook – na vijftien jaar combineren – met mijn vaste baan. Eerlijk is eerlijk: dat kwam vooral door mijn vrouw. Ze zei: ‘John, je bent alleen maar aan het werk. Er is ook nog wat anders in het leven. Het wordt tijd om tussen je bedrijf of je baan te gaan kiezen.’ Ik schrok daarvan, maar realiseerde me ook dat ze gelijk had. Ik had inmiddels dertien man personeel in dienst, dus het werd hoog tijd om vol te kiezen voor het bedrijf. Achteraf had ik die keuze tien jaar eerder moeten maken joh, haha!”, zo lacht John hardop. “De zaken gingen zo goed dat ons huidige pand te klein werd. De melkfabriek middenin het dorp kwam toen in beeld, maar ik vond dat nogal wat. We waren een goed, gezond bedrijf, maar dat was wel een héle grote stap.”

Nieuwe generatie

Ja, de stap was groot, maar John besloot de sprong toch te wagen. Ook met het oog op de toekomst en zijn twee dochters die allebei wel interesse hadden om het bedrijf op den duur over te nemen. “Ik wist vanaf kleins af aan dat ik een eigen bedrijf wilde”, zo blikt Kristel terug op die tijd. “Wat ik dan precies wilde doen? Dat veranderde telkens weer. Ik droomde eerst van een speelgoedwinkel, later van een sportzaak en toen van kinderkleding. Ik had allerlei ideeën, maar het overnemen van Boerhof kwam daar niet in voor. Dat veranderde toen ik ouder werd, ging studeren en in de weekenden steeds vaker klusjes op de zaak ging doen. Die winkel voor particulieren trok me minder, maar die zakelijke projectenmarkt vond ik eigenlijk wel heel interessant. Waarom? Omdat je in een winkel altijd aan het wachten bent totdat mensen bij jou binnenkomen. En ik heb niet zoveel geduld, haha! Ik wil liever zelf invloed hebben. In de zakelijke markt kun je netwerken, de boer op. Dat vind ik gewoon superleuk.” John knikt: “Jij toonde interesse in die tak en je zus juist in de woninginrichting voor particulieren. Dat kwam mooi uit, want zo ontstonden er twee bedrijven van twee zussen in twee panden.” Kristel: “Eigenlijk ging dat allemaal heel natuurlijk. Onze panden zaten tegenover elkaar en werkten veel samen. Zo sprongen we als het druk was waar nodig bij elkaar bij. Dat ging hartstikke mooi. Maar toen kwam de crisistijd en kreeg mijn zus het heel moeilijk met haar gedeelte. In 2010 betekende dat helaas het einde van onze woon-tak. Sindsdien richten we ons specifiek op de zakelijke markt.”

Onder leiding van John richtte Boerhof Projectinrichters zich nog alleen op de stoffering – vloerbedekking en raambekleding – van de zakelijke markt. Toen Kristel begin 2000 aan het roer verscheen, sprak ze uit dat ze ook grote potentie zag in projectmeubelen. “Voor particulieren hadden we hele huizen ingericht, dus waarom zouden we dat ook niet voor de regionale mkb’ers kunnen doen? Ik zag daarin een mooie kans. Ik vond het ook fijn dat ik als nieuwe generatie echt zélf iets kon toevoegen.” John: “Ik snapte die wens, maar ik was niet meteen enthousiast. Ik dacht: moeten we dat nou wel doen? Er zijn in deze branche zulke grote spelers op de markt en we hebben hier totaal geen kaas van gegeten. Wat halen we onszelf op de hals?” Kristel lacht: “Dat klopt, onze kennis was maar beperkt. Daarom ging ik ook een tijdje bij een kantoorinrichter werken, zo leerde ik de wereld van projectmeubelen kennen. Daarnaast namen we ook iemand aan met heel veel ervaring in die markt. Al deze ontwikkelingen vielen daarnaast precies samen met de verhuizing naar de oude melkfabriek. We hadden daar alle ruimte voor een prachtige showroom, dus opeens vielen de puzzelstukjes perfect in elkaar. Leuk detail: de schoorsteen van de melkfabriek is altijd blijven staan. Pa wilde ‘m eigenlijk afbreken, want eigenlijk stond ‘ie alleen maar in de weg. Heetenaren hebben hem toen gevraagd dat niet te doen, vanwege de historische waarde. Het was wat gedoe, maar we zijn heel blij dat die schoorsteen er nog altijd staat. Het is inmiddels echt een pronkstuk van onze showroom.”

Sociaal

In de afgelopen vijftig jaar groeide Boerhof Projectinrichters uit tot een prachtig bedrijf dat projecten door het hele land uitvoert. Ze hebben drie pijlers: kantoren, zorg en onderwijs. Zo verzorgt Boerhof de inrichting voor het Deventer Ziekenhuis en Hogeschool Windesheim, maar ook voor alle ministeries in Den Haag en belastingkantoren en gevangenissen door heel Nederland. “Ja, bijzonder hè”, zo lacht Kristel breed. “Dat vind ik ook echt het leuke aan ons werk: je maakt iets altijd mooier én je komt overal. Ook op hele bijzondere plekken waar je anders nooit zou komen. Want wanneer kom je nou in een gevangenis? Of bij Defensie? Hoe mooi ik dat ook vind: de klussen voor de mkb hier in de regio vind ik ook heel erg leuk. Laatst zei iemand: ik wil eigenlijk één bureau, maar dat doen jullie zeker niet meer hè? Dat doen we zeker wel! Een klant is een klant. En of iemand nou voor vijfhonderd of twee bureaustoelen komt: we doen het met net zoveel passie en liefde.” John knikt overtuigend: “Ik zeg altijd, wij zijn ook klein begonnen.” Kristel: “Het is wel heel grappig dat klanten uit het westen vaak ontzettend verbaasd zijn als ze horen waar wij vandaan komen. ‘Heeten? Waar ligt dat in hemelsnaam?’ Ze kunnen zich amper voorstellen dat een bedrijf uit zo’n klein dorpje zulke klussen doet. Volgende week gaan we tijdens ons jubileumfeest ook heel veel oude bekenden zien. Die banden zijn heel goed. Daar investeren we bewust heel veel tijd in.”

En met die opmerking snijdt Kristel onbewust een belangrijke waarde van Boerhof aan: persoonlijk contact. Zowel met klanten, leveranciers en relaties als met het personeel. “Ik denk dat dit echt familiebedrijf eigen is”, zo zegt Kristel daarover. “Ons personeel ziet Boerhof bijvoorbeeld ook echt als hún bedrijf. En voor mij zijn zij mijn werkfamilie. Zo voel ik dat echt.” John glimlacht als hij die term hoort: “Kristel is daarin ook wel héél sociaal hoor”, zo zegt hij. “Dat komt ook omdat ze een zoon heeft met het syndroom van Down. Ze staat daardoor heel anders in het leven.” Kristel knikt: “Ja, hij is een prachtige, eerlijke spiegel. Hij maakt zich totaal niet druk om alles wat er volgende week kan gebeuren. Dat relativeert enorm. Maar daarnaast heeft het me ook geleerd dat iedereen een talent heeft, ongeacht iemands opleidingsniveau of beperking. Dat zie ik elke dag weer, ook omdat er in ons bedrijf een aantal mensen werken met afstand tot de arbeidsmarkt. Ik vind dat heel belangrijk. Dus ja, ik ben zeker socialer geworden.” John: “In mijn tijd was het anders, veel zakelijker. Als toen iemand naar mij kwam en zei dat er thuis problemen waren, dan zei ik: ‘Oké, je hebt één dag, maar ik verwacht je morgen wel terug’.” Kristel grinnikt: “Dat is waar, maar tegelijkertijd zat dat sociale er bij jullie zeker wel in. Jullie deden veel voor de omgeving, bijvoorbeeld door sponsoring en ook donaties aan goede doelen. In 1993 wonnen jullie zelfs al een milieuprijs! En hier werkte ook al vroeg een jongen van het speciaal onderwijs. Jij wees nota bene iemand aan om hem te begeleiden. Hij werkt hier nog altijd, gaat ook niet meer weg.”

Impact maken

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is tegenwoordig een ontzettend moderne term, maar bij weinig bedrijven zit deze werkwijze ook écht in het DNA verworven. Kristel vertelt enthousiast over de prachtige klussen van Boerhof Projectinrichters, maar de passie straalt er pas echt vanaf zodra het gaat over het maken van maatschappelijke impact. “Ik wil graag pionieren, vooroplopen. Op het sociale gebied, in verbinding met het onderwijs, maar ook in duurzaamheid. Voor mij is dat iets vanzelfsprekends. Familiebedrijf hè? Winst maken is mooi en nodig, maar we willen vooral maatschappelijke impact maken. We denken minder in geld, meer in de lange termijn. Want je wil iets zo goed mogelijk achterlaten voor een eventuele volgende generatie. We richten ons daarom veel op duurzaamheid, circulariteit en refurbishing van meubels. Daarin onderscheiden we ons ook echt. Wij doen alles van A tot Z, van ontwerp tot uitvoering. Het liefst zien we natuurlijk dat een klant zegt: hier heb je de plattegrond, maak er maar iets moois van. En dan vinden wij het extra leuk als we daarin nog dingen kunnen hergebruiken. Vaak willen mensen helemaal fris beginnen, alles nieuw. Maar kijk eens wat je nog hebt staan, daar kunnen we zoveel van maken. Hoe leuk is het dat je kan zeggen: dat tafeltje was vroeger onze kast. En die zijn gemaakt door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Je krijgt daardoor ook echt een inrichting met een verhaal. Dat is toch veel leuker dan dat je tijdens de grande opening zegt: kijk, alles nieuw, komt uit China. Mooi hè? Ons streven is om onze producten in ieder geval uit Europa te halen, het liefst zo dicht mogelijk bij huis.”

Naast de pijler duurzaamheid, is Kristel ook actief om de connectie tussen het onderwijs en het bedrijfsleven te leggen. Samen met drie andere ondernemers richtte ze daarom Innovatiehub Salland op. “We willen jongeren graag laten zien wat voor een mooie bedrijven we hier in Salland hebben. Er is namelijk best veel onwetendheid. Mijn zoon bijvoorbeeld. Hij moest in drie havo een profielkeuze maken, maar had nog nooit een bedrijf van binnen gezien. Hoe moet je dan een keuze maken? Daarnaast denken veel jongeren dat er hier in Salland niet zoveel te beleven valt, dat je naar het westen moet. Ik wil kinderen graag van jongs af aan laten zien wat hier allemaal mogelijk is. Innovatiehub Salland is typisch zo’n project waarvan ik dacht: leuk, kan geen kwaad. We hadden nooit bedacht dat het zo groot zou worden. Voor mij is dat het mooie aan het ondernemen. Kansen zien, pakken, vooroplopen. En ik zie overal kansen. Al moet ik daarin ook weleens afgeremd worden. Dan zeggen mensen: ‘Kristel, zullen we even één ding tegelijk doen?’ Ja, soms mislukt het. Maar het levert vooral hele mooie dingen op.”

Kansen zien

Ja, zelf pakte John de dingen vroeger anders aan. De maatschappij zat immers ook anders in elkaar. Desondanks kijkt hij vol trots als hij zijn dochter zo bevlogen hoort praten. “Weet je, tijden veranderen, dat realiseer ik me heel goed. Ik heb daarom ook altijd geprobeerd om Kristel heel bewust de ruimte te geven om haar eigen weg daarin te vinden. Ik deed het vroeger op mijn manier, nu is het aan haar.” Kristel: “Dat vind ik heel fijn. Al was ik ook wel heel blij dat mijn vader de eerste jaren nog betrokken bleef. Ik was namelijk nog maar 28 jaar toen ik de leiding kreeg. En eerlijk: ik vond het best spannend. Als tweede generatie kom je natuurlijk in een bedrijf terecht dat al helemaal staat. Daarom heb ik toen ook een managementteam gevormd waar mijn vader ook inzat als adviseur. Zo hoefde ik het niet alleen te doen.” John: “Ik kan alleen maar zeggen dat ik heel veel respect heb voor hoe ze het allemaal doet. Zeker ook omdat we echt wel moeilijke jaren hebben gehad. Tijdens de crisis bijvoorbeeld. Wij werkten heel veel voor ministeries, maar zij draaiden allemaal de kraan dicht. En tijdens de coronacrisis vielen onze ziekenhuisklussen van het ene op het andere moment weg. Dat was vervelend, maar Kristel zag mogelijkheden. De scholen stonden immers leeg, dus pakte ze die klussen op. Ik vind het knap dat ze altijd door heeft gezet. Ze had ook kunnen zeggen: bekijk het maar, ik heb het gezien. In de moeilijke jaren bleef ze altijd kansen zien. Het geeft alleen maar aan dat Kristel echt het ondernemerschap in haar bloed heeft. Ik herken mezelf in haar.”

Mooi, die twee generaties. En als de voortekenen ons niet bedriegen, volgt er in de toekomst een derde generatie. De zoon van Kristel toont namelijk serieus interesse. “Ik hoop dat mijn kleinzoon het bedrijf op den duur overneemt. Hij kan dat wel, daar geloof ik in”, zo zegt John. Kristel glimlacht: “Daar ziet het wel naar uit. En eerlijk is eerlijk: hij lijkt verrekte veel op mij.” John: “Ik heb hem alvast één ding gezegd: de naam Boerhof moet blijven. Anders heeft hij een probleem.” Kristel: “Ja, hij heet natuurlijk Leerkes. Maar hij zei laatst zelf al: ‘Waarom zou ik dat willen veranderen? We hebben zo’n naam opgebouwd in de regio’. Kijk, hij snapt het hè? Maar zonder gekheid: als hij het uiteindelijk wil overnemen dan gaat ook hij het weer op zijn eigen manier doen. En tot die tijd? Ik hoop dat we ons verder kunnen ontwikkelen op het gebied van circulariteit en refurbishing. We willen weg uit die prijzenmarkt en dé circulaire projectinrichter van de regio worden. En daarnaast willen we echt een bijdrage blijven leveren aan de maatschappij. Daar zien we toekomst in.” En John? Die heeft maar één groot doel: “Gezond blijven. En ondertussen kijk ik lekker vanaf de zijlijn toe.”

 

Delen:

Deel dit artikel!