Dabeko wil graag het speedbootje tussen de olietankers zijn

Met een flexibele organisatie kun je het de grote spelers lastig maken

“Het wordt toch geen verhaal over de historie?” De lichte aarzeling bij Remco Kemerink en Anton van der Kolk is begrijpelijk. Te vaak wordt in een artikel teruggegrepen op die roemrijke geschiedenis van Dabeko. Natuurlijk ontkomen we er niet aan om een soort tijdlijn aan te stippen, maar het gaat ons vooral om de verklaring van het succes van het bedrijf. “Bij de bank vallen we inmiddels onder groot zakelijk”, rechtvaardigen ze wel meteen dit artikel.

Het past in de Sallandse traditie om jezelf niet op de borst te willen kloppen, maar ach, zo beoordelen de directieleden, het is ook wel eens mooi om de trots en passie die van binnen wordt gekoesterd aan de buitenwereld te tonen. Maar daarna natuurlijk weer snel over tot de orde van de dag!

Het kriebelde al langer bij oprichter Van der Kolk en met jonge hond Kemerink (vanaf 2009 compagnon) aan zijn zijde vond hij het moment om stappen te zetten. Vanaf dat moment gaat het hard en de laatste jaren zelfs in sneltreinvaart. Lange tijd waren er helemaal geen signalen dat vestigingsplaats Dalfsen versterking zou krijgen, maar in de laatste acht jaar kwamen daar achtereenvolgens Drachten, Coevorden, Groningen en Assen bij. “Het is een verhaal van kansen zien en kansen pakken en soms vloeien dingen samen. Onze kracht is dat we beiden heel impulsief kunnen zijn en dat we samen het succes en de ellende delen. Hoe dan ook, over alles wordt gecommuniceerd. De andere plaatsen zijn bepaald geen steunpunten, maar volwaardige Dabeko-vestigingen. De locatie Drachten verhuist medio april zelfs naar een groter pand waardoor ze van duizend naar 2500 vierkante meter gaan. Onze bedrijfsleidster Rommie is met nul begonnen en nu gaan jaarlijks 40.000 banden over de toonbank.”

Bezieling

De levensader van Dabeko is de bezorging. Als je veel op de weg zit, heb je de witte busjes met de blauwe bedrijfsnaam ongetwijfeld wel eens voorbij zien komen. Misschien zelfs tot vervelens toe… De bezorgers zijn dan op weg naar één van de vele universele garagehouders en dealers in Noord-Oost Nederland. Met onderdelen uit de eigen magazijnen en als logistiek partner voor een groot aantal dealers. Bij de meeste bedrijven is dat waarschijnlijk één keer per dag en in uitzonderlijke gevallen misschien twee keer per dag. Bij Dabeko gaan iedere twee uur zeventig auto’s de weg op en daarmee neemt het bedrijf een unieke positie in de markt in.

De groei van Dabeko gaat snel, maar wel heel natuurlijk en het is een prima manier om zelfstandig te blijven. Wil je niet opgeslokt worden door één van de grotere spelers, dan moet je zelf groter worden. Het is de wet van het getal. “Maar we hebben niet de ambitie om een heel groot bedrijf te worden. We zijn liever de speedbootjes tussen de olietankers en dat kunnen we zijn omdat we over een flexibele en wendbare organisatie beschikken.

Vanuit Dalfsen bewaken ze het overzicht en benaderen ze overal (nieuwe) klanten, maar ze laten het verder over aan de plaatselijke mensen. “De mensen op de filialen moeten het gevoel hebben dat het hun tent is. En dat gaat soms heel ver, want in Coevorden geven ze bijvoorbeeld aan geen schoonmakers te laten komen. Ze vinden dat ze het zelf wel kunnen. Die bezieling, dat is toch geweldig? We hebben veel geleerd van onze eigen organisatie. Dan gaat het over kwaliteiten, maar zeker ook over veerkracht.”

Verdienmodel

Het mooie is dat elke vestiging volledig is ingericht met banden en automaterialen en is er zelfs een derde, succesvolle tak bij gekomen: het logistieke dienstenpakket. Een primeur voor Nederland. “Wij beschikken al over goede opslagmogelijkheden en een fijnmazig distributienetwerk. Waarom zouden we het ook niet voor andere bedrijven inzetten? Zo selecteren en distribueren we vanuit onze eigen magazijnen onder andere onderdelen voor Pouw en Groenoord Mechanisatie. Dat kan in de toekomst van alles worden, als we de klant maar van dienst zijn Luiers? Als dit een meerwaarde is voor de klant, waarom niet? We noemen dat het Cool Blue effect. De stelregel is wel dat het niet moet vertragen in onze core-business. Alleen dan heb je echt een verdienmodel te pakken.”
Van der Kolk en Kemerink doen er – gesteund door hun echtgenotes die beiden steunpilaren zijn in het bedrijf – alles aan om het personeel betrokken te houden. Ondanks de groei zijn dat toch wel de typische kenmerken van een familiebedrijf. En die uitstraling willen ze graag houden. “Als we ons personeel willen bijpraten over een nieuwe ontwikkeling, dan doen we dat niet per filiaal. Dat doen we filiaaloverstijgend en wij zorgen dan voor een hapje eten. We willen ons personeel graag onderdompelen in het DNA van Dabeko: hard werken, achter elkaar blijven staan, face to face communiceren, problemen eerst onderling oplossen en dan pas hier aan de bel trekken. En op tijd een feestje vieren, want daar houden we hier ook wel van!

Dabeko is trots op z’n medewerkers, maar ook op de warme band met de universele garagehouders die logistiek gezien in de watten worden gelegd. Het zijn echter ook vaak de bedrijven die moeite hebben om alle nieuwe ontwikkelingen bij te houden. “Daar proberen we op in te spelen. In eerste instantie met ‘mijn.dabeko.nl’, waarbij de garages via internet hun onderdelen kunnen bestellen, maar ook door de TECH 360-module aan te bieden. Een garagehouder die bijvoorbeeld veel met Volvo werkt, beschikt dan over dezelfde software als de dealer en die software kan zowel resetten als inlezen.”

Delen:

Deel dit artikel!