Modern, eigenzinnig ondernemerschap met ouderwets goede waarden en normen

Gert Hoogeboom: “De bekende stip op de horizon, die zetten we zelf wel!”

Een strategisch document hier, een 5-jarenplan daar en natuurlijk die onvermijdelijke persoonlijke ontwikkelingsgesprekken met de medewerkers. Tel je als bedrijf tegenwoordig nog wel mee als je op verzoek niet zoiets kunt laten zien? Of er op z’n minst iets over kunt vertellen? Gert Hoogeboom (55) moet er wel een beetje om lachen. “Nee, we hebben geen document waarin onze strategie helemaal is uitgekristalliseerd. Zo’n type bedrijf zijn we niet. We zijn meer van ‘we zien iets gebeuren en daar springen we op in’. De ene keer gaan we heel hard, de andere keer wat zachter. Maar uiteindelijk komen we wel waar we willen zijn.”

We naderen het einde van de afgesproken gespreksduur van een uur. Het boek is al dichtgeslagen en de opnamestand op de telefoon bijna stopgezet. En dan komt toch nog even dit pareltje voorbij. Waarom een pareltje? Omdat het meteen het DNA van het familiebedrijf blootlegt. Een onderneming die al meer dan 85 jaar z’n eigen weg bewandelt en de zaakjes meer dan prima voor elkaar lijkt te hebben. Want, hoewel men trouw blijft aan de oorsprong in Raalte zijn de vleugels ook al uitgeslagen naar de oostelijke groeisteden Zwolle en Apeldoorn. 

Heel veel raadgevers – benoemd of onbenoemd – zullen zeggen: ‘Hoogeboom, dat kan toch niet meer in deze tijd. Je moet iets doen met strategische documenten, visie, missie, strategie en dergelijke!

“Nou, we vliegen zeker ook wel adviseurs in. Maar alleen als wij denken dat hij/zij iets beter, anders, slimmer kan dan ons. De strategie uitzetten, de bekende stip op de horizon, dat doen we zelf wel! Kijk, ons doel was nooit om te groeien. Ons doel was om vooral plezierig te werken en een mooi bedrijf neer te zetten dat goed in de markt ligt.”

Gert Hoogeboom geeft dus eigenlijk aan dat ze adviseurs welkom heten, maar dat de gebroeders ondertussen wel heel goed weten hoe ze het willen hebben. “Ik roep wel eens dat je altijd heel goed naar een ander moet kijken, maar dat je wel je eigen kop moet volgen. Eigenlijk doen we dat ons hele leven al.”

Dat klinkt me ook wel in de oren als de 2.0-versie van Marinus (pa Hoogeboom). Toch?

“Ja, mijn vader had het zeker ook. En mijn opa. Wij allemaal wel. We betrekken mijn vader er ook altijd nog bij. Op het moment dat we wat hebben, kletsen we een keer goed tegen elkaar aan. ’s Ochtends bij de koffie, want we drinken elke ochtend tussendoor een bakkie koffie bij mijn ouders. Dan hebben we het over investeringen en allerlei andere zaken die op dat moment aan de orde zijn. Nee hoor”, lacht Gert, “we zijn het zeker niet altijd eens. Maar we worden het wel altijd eens!”

Knetterdrukke ondernemers die elke ochtend een bakkie koffie drinken met hun ouders. Ik vind het bijzonder!

“Je bent de zoveelste die het zegt, maar wij vinden het doodnormaal. Zeker ook omdat mijn vader hier met z’n 77 jaar nog elke dag rondloopt en van alles voor ons oppakt. Het is z’n lust en z’n leven. Zo is hij hier elke zaterdag te vinden als we circa 15 jongeren tussen de 15 en 21 jaar aan het werk hebben. Dan kijkt hij rond, deelt hier en daar wat tips uit en helpt die jonge vente op weg. Ze leren daar heel veel van. En met elkaar hebben ze het gezellig. ’s Middags samen een patatje eten en na afloop een biertje. Mooi man!”

Het zijn dit soort prachtige anekdotes die Hoogeboom tot een laagdrempelig bedrijf maken. Waar ouderwets vakmanschap nog hoog in het vaandel staat! Maar denk niet dat je te maken hebt met een verzameling mensen die graag in het oude blijft hangen. Want, dan doe je het bedrijf tekort. Niet voor niets beschikt men nu al over vier bedrijfslocaties: Raalte (De Zegge en Stobbenbroekerweg), Zwolle en Apeldoorn. Het is gewoon imponerend hoe het veelzijdige bedrijf (o.a. grondwerk, weg- en waterbouw, sloopwerk, afvalbrengstations, betonstations, asbest- en bodemsanering en circulaire HUB’s) zichzelf uit de recessie heeft getrokken. 

Het sleutelwoord in de branche van Hoogeboom is circulariteit. Circulair ondernemen, de kringloopgedachte, cradle to cradle. Of welke benaming er tegenwoordig ook aan wordt geplakt. Marinus Hoogeboom was in de jaren ’80 zijn tijd al ver vooruit met de aanschaf van een puinbreker om het puin daarna een andere bestemming te geven. “Daarmee is een mooie basis gelegd voor dat deel van ons bedrijf”, stelt zoon Gert vast.

Om er maar meteen aan toe te voegen: “Wat we vroeger weggooiden, verkopen we tegenwoordig. Zeker ook omdat de materiaalprijzen enorm zijn gestegen. Een tweedehands stalen balk of constructie is ineens een stuk interessanter geworden. Tegenwoordig verkopen we zelfs complete stallen. We demonteren het en zetten het elders weer op.”

Anno 2022 maakt het familiebedrijf tevens onderdeel uit van een consortium van zes sloopbedrijven die een slim (puin)breekproces hebben gedacht. “Dat houdt eigenlijk in dat we het beton weer terugbrengen naar zand, grind en een soort vulstof. Voor dit proces willen we op locatie Apeldoorn een hal neerzetten. Het moet namelijk wel binnen gebeuren omdat de materialen niet mogen worden aangetast door vocht.”

Tekst: Rudi Buitenkamp | Fotografie: Stefan Kemper

 

 

 

 

 

 

 

Is dat symbolisch voor hoe jullie als ondernemers in het leven staan? Je kunt aan de zijlijn staan en het werk blijven doen zoals je het altijd hebt gedaan. Of je kunt aan de voorkant staan…

“Wij zijn wel vooruitstrevend. Ook altijd met nieuwe dingen bezig, maar we zijn tegelijk heel realistisch. Het moet uiteindelijk wel geld opleveren. We kunnen niet eeuwig blijven praten.”

En wat is de stand van zaken rond dit slimme breekproces?

“We hebben meerdere installaties gebouwd. Eerst klein en nu staat in Middenmeer, in de kop van Noord-Holland, een volledige installatie. Het punt is nu even dat we wachten op de certificering. Dat is het eerste waar ze naar vragen als ik de markt op ga. Het voordeel is dan wel dat je dit met een consortium doet.”

Nu vertel je dit zo aan mij en het is best indrukwekkend, maar toch heb ik het gevoel dat jullie te bescheiden zijn. Er komt wel eens wat voorbij op social media, maar dat beperkt zich vaak tot een klein project of nieuwe machine…

“Kijk, het is gewoon heel simpel. Wij zijn een bedrijf dat het eerst voor elkaar wil hebben en dan pas naar buiten treedt. We zien ook wel bedrijven die met een groot marketingverhaal op de proppen komen waarvan slechts een gedeelte blijkt te kloppen. Helaas is er in onze markt veel borstklopperij. Als je dan kijkt wat ze doen, is dat hetzelfde als bij ons.”

We kunnen stellen dat Hoogeboom niet gauw van het eigen geloof afvalt. Aanpakken, de handen uit de mouwen. Modern ondernemerschap maar dan verpakt in het ouderwetse jasje van normen en waarden zoals ze het van huis uit hebben meegekregen. “Als wij zeggen dat we zoveel procent van de sloop circulair gaan inzetten, dan blijkt uit de spreadsheet aan het eind dat het gewoon klopt.”

Wat was nu eigenlijk de moeilijkste stap? Dat je voor het eerst buiten Zwolle ging of van Zwolle ook naar Apeldoorn?

“Geen van beide was moeilijk. Zwolle heeft wel lang geduurd. Dat heeft met name te maken met het feit dat het industrieterrein daar al veel eerder klaar zou zijn, maar de gemeente was nog niet zover. Plus dat het vergunningstraject heel lang heeft geduurd en dat we zelfs nog bij de Raad van State zijn geweest.”

En Apeldoorn is dan een bewuste keuze omdat het één van de grootste steden van Oost-Nederland is?

“Laat ik het zo zeggen. Het was de bedoeling om in Zwolle uit te breiden. Om daar de locatie zelf wat groter te maken, maar de grond was al in eigendom van de buurman. En toen kwam Apeldoorn voorbij.”

Tekst: Rudi Buitenkamp | Fotografie: Stefan Kemper

 

 

 

 

 

 

 

Dus samengevat maak je dan van een logistiek probleem een logistieke uitdaging?

“Ja, eigenlijk wel! Apeldoorn is nu ongeveer dezelfde grootte als Zwolle en wij passen ons beleid – klinkt heel duur – aan zodat we de locatie niet te vol krijgen. De grotere partijen laten we over aan iemand anders. We zien nu dat we de omloopsnelheid op die locaties daardoor beheersbaar houden. Dat betekent iets minder omzet, maar tegenover die omzet staat wel een beter rendement. En daar zijn we tevreden mee.”

Wat wordt de volgende grote stap?

“Dat wordt de bedrijfsopvolging! Ik heb altijd gezegd dat onze kinderen op mijn 60ste moeten weten wat ze willen. Niet zozeer omdat ik dan wil stoppen met werken, want dat ambieer ik echt nog niet, maar wel dat er jeugdige opvolgers moeten komen en we een bepaalde richting opgaan. Of het nu onze eigen kinderen zijn of niet. Als je ouder wordt, ga je wat meer aan de veilige kant zitten. En daarom is het goed dat er jeugd komt met ambities.”

Het is de cirkel van het leven. En of het zo moet zijn, ook dit gesprek verloopt als een cirkel. Het eerste dat Gert Hoogeboom namelijk benoemt als succesfactor, is het team van deskundige medewerkers. Inclusief henzelf, want er is een prima afstemming tussen de broers. Jurgen regelt buiten alles en Gert binnen. Ieder in zijn eigen kracht, zonder elkaar in de weg te lopen. 

Tot slot volgt nog een hartenkreet. “Wat ik wel zie – en dat vind ik lastig – het gaat nu misschien wel te goed. Dus, je moet ook oppassen. Vroeger kwam je jubelend terug als je een opdracht had binnengehaald. En dan wreef het team zich in de handen. Ha, gebak! Gaan we effe doen! En nu… Ze vinden het mooi en leven mee, maar er is wel een continue druk.”

SOM’s succesfactor

De ene onderneming blijft worstelen om het hoofd boven water te houden, de ander slaagt er in om alles wat het aanraakt in goud te veranderen. Is het goed ondernemerschap, is het geluk of is het een kwestie van wachten tot de juiste kans voorbij komt? Of is het een combinatie van factoren? Het Sallands Ondernemers Magazine wil het naadje van de kous weten. Oftewel, wat is de SOM’s Succesfactor? Voor deze editie gaan we in gesprek met Gert Hoogeboom. Samen met broer Jurgen is hij eigenaar van het sterk groeiende bedrijf Hoogeboom. 

Tekst: Rudi Buitenkamp | Fotografie: Stefan Kemper

Delen:

Deel dit artikel!