Fleur de Café en Kruiper Koudetechniek hebben meer gemeen dan je zou denken

De kindjes zijn groot geworden…

“Ik dacht even dat ik was uitgenodigd in een café.” Rob Kruiper moet er zelf om lachen nu hij net door Marc Steenhuis welkom is geheten in de showroom van Fleur de Café in Deventer. Van teleurstelling is zeker geen sprake, want het tijdstip (dinsdagmiddag 14.00 uur) leent zich beter voor een kop koffie dan een alcoholische versnapering. En waar kun je die beter krijgen dan bij een groothandel (koffie en thee) annex koffiebranderij?

Het is geen straf. De Braziliaanse melange smaakt opperbest. Of het aan de koffie ligt of niet, maar het is een feit dat beide ondernemers meer overeenkomsten hebben dat ze van tevoren wellicht hadden gedacht. Want, verder uit elkaar als koud (Kruiper Koudetechniek) en warm (Fleur de Café) kun je het niet krijgen. Beide bedrijven bestaan tien jaar, zijn klein begonnen en in een mooi tempo verder gegroeid, de ondernemers zijn nog relatief jong en de echtgenotes van de eigenaren hebben ook een plek op de loonlijst veroverd.
Nu we er toch zijn, is het natuurlijk mooi om tijdens een rondleiding nog iets meer van de groothandel annex koffiebranderij te zien. Kruiper vraagt honderduit en komt er op die manier achter dat Fleur de Café 120 soorten koffie en thee uit maar liefst zestig verschillende landen in de schappen heeft. En met nog iets meer trots vertelt Steenhuis over zijn nieuwste aanwinst: een grote brander die maar liefst 250.000 euro heeft gekost. “De Rolls Royce onder de koffiebranders. Daarmee verwerken we zestig kilo per kwartier en dankzij de moderne technieken wordt tachtig procent minder gas gebruikt. We lopen daarmee voorop in de wereld. Koffiebranders komen hier op bezoek om dit fenomeen te bekijken.”

Kruiper: “Werk je met filtering?”
Steenhuis: “Deze nieuwe brander werkt volgens een gesloten systeem. De warme lucht komt binnen en de rook verdwijnt via dezelfde brander naar buiten.”
Nieuwe technieken, nieuwe processen. Het zijn zaken waarmee iedere ondernemer te maken krijgt en waarmee hij/zij voorop wil lopen. Hoe is dat bij Kruiper Koudetechniek?
“Wij krijgen niet gauw klanten op bezoek. Puur om het feit dat wij alleen bij klanten op locatie werken, ha ha. Maar, wij willen heel graag vooruitstrevend zijn. De koeltechniek is een oude techniek en iedereen weet dat freon slecht is met het oog op de opwarming van de aarde. Dat moet zeker worden teruggedrongen. Er is al een quotum op het gebruik van freon – je kunt natuurlijk niet ineens stoppen met installeren van freon installaties – en wij zijn al overgegaan op het bouwen van installaties op natuurlijke koudemiddelen zoals CO2, ammoniak en propaan.

Jullie zijn beiden klein begonnen en hebben inmiddels de beschikking over een flink bedrijfspand en meerdere medewerkers. Hoe ga je om met deze groei?
Steenhuis: “Ik merk wel dat het werk verandert. Tegenwoordig ben ik meer aan het delegeren.”
Kruiper: “Herkenbaar, maar voor mij is het momenteel echt de kunst om de juiste mensen om me heen te verzamelen. Ik sta er zeker niet alleen in, maar de beschikbaarheid van vakmensen is echt een probleem aan het worden.”

Steenhuis: “Fleur de Café blijft mijn kindje, maar het is wel groot geworden…”
Kruiper: “Je hebt ook iets neergezet, daar mag je trots op zijn. Eigenlijk ben ik dat ook wel over Kruiper Koudetechniek.”

Over kindjes gesproken, is de bedrijfsopvolging al gegarandeerd?
Steenhuis: “We hebben wel kinderen, maar niet het gevoel dat we met de opbouw van een familiebedrijf bezig zijn waar de opvolging al moet worden geregeld.”
Kruiper: “Onze oudste studeert wel elektrotechniek, maar dat is een eigen keuze. We gaan ons niet bemoeien met de richting die ze voor zichzelf kiezen. Wel is het in de toekomst natuurlijk handig om in een goede markt om in actief te zijn en dan zit je met elektrotechniek behoorlijk goed. Of dat nu in loondienst is of als eigen baas.”


We staan al weer in de showroom en doen nog een bakkie van de Braziliaanse melange. Inmiddels weten we alles over de bloesem die koffiebessen (en dus geen bonen!) oplevert en dat ze rijp zijn voor de pluk als ze een rode kleur hebben. En dat elk land een andere (voedings)bodem heeft en dus ook een andere smaak produceert. Koffie uit Kenia heeft bijvoorbeeld een iets zurige smaak.

Tot slot: hoe was het om eens een onbekende ondernemer uit een andere branche te spreken?
Steenhuis: “Ik vind het altijd leuk om ondernemers te spreken. Dat doe ik ook graag op netwerkbijeenkomsten. Niet om te verkopen, maar meer om uit te vogelen hoe een ander bepaalde zaken aanpakt.”
Kruiper: “Nou, inderdaad. Ik ben op ondernemersbijeenkomsten helemaal niet met verkoop bezig. We hebben toch een hele specifieke markt. Al zijn onze onderhoudscontracten natuurlijk wel een interessant middel voor klantenbinding…”
Steenhuis: “Wij hebben besloten om niet met contracten te werken. Als ergens een storing is, pakken we een nieuwe machine in de auto en nemen we de andere mee voor reparatie.”
Kruiper: “Het is ook niet zaligmakend, want we zijn we 24/7 bereikbaar, maar het geeft wel houvast.”
Steenhuis: “Bij ons gaat het vooral om de koffie, bij jullie vooral om de dienstverlening. Dat is ook wel weer mooi om te zien.”

O ja, toch nog een vraag: hoeveel kopjes koffie drinken jullie op een dag?
Kruiper: “Zo’n vier à vijf. En natuurlijk lekker gekoeld weg.”
Steenhuis: “Zes à zeven. Valt reuze mee toch?”

Delen:

Deel dit artikel!