Hart voor de zorg, liefde voor de mens en passie voor het ondernemerschap

Sallandse powervrouw Cindy Hobert scoort met haar vijfde kind OZOverbindzorg

De politieke partijen – zowel gemeentelijk, provinciaal als landelijk – kunnen zich een telefoontje besparen. Want, hoewel er na OZOverbindzorg echt nog wel een nieuwe uitdaging op haar pad komt, heeft Cindy Hobert-Bootsveld (46) geen enkele ambitie richting het politieke pluche. “De vraag is al best vaak voorbij gekomen, maar daar ben ik niet geschikt voor. Ik ben echt van de korte klap.” 

Als oprichter en geestelijk moeder van OZOverbindzorg heeft ze momenteel directeur op haar visitekaartje staan. Dat is soms wel handig om bepaalde deuren te openen die anders gesloten blijven. Of dat medewerkers bij bepaalde lastige thema’s of voor overleg kunnen doorverwijzen naar de directeur. Verder heeft ze er helemaal niets mee. “Ik stel me het liefst voor als praktijkmanager met zeventien jaar ervaring op de werkvloer.”

OZO is in 2012 begonnen als OuderenZOrg, maar de letters verwijzen nu naar Online ZOrgondersteuning. Een onafhankelijk digitaal platform met een centrale rol voor de patiënt die iedereen in zijn zorgnetwerk kan toevoegen en onderling met elkaar laat communiceren. Het werkt dus het best als zich meerdere zorgverleners aansluiten. Iedereen is op de hoogte van de laatste stand van zaken, elkaars bevindingen en handelt daar ook naar.

Cindy was destijds werkzaam als rechterhand (organisatorisch en administratief) van huisarts Van der Vlies in haar woonplaats Luttenberg. Ze liep rond met de gedachte om er iets bij te doen. “De eerste wilde ideeën gingen in de richting van een zorghotel, maar dat was een brug te ver. Uiteindelijk kwamen we uit op OZO. Bedacht voor Luttenberg, maar de toenmalige wethouder Gosse Hiemstra wilde graag dat we het in de hele gemeente Raalte gingen uitrollen.” De aanleiding ligt in de digitaliseringsgolf bij de zorgorganisaties. “Bij de huisartsen in Luttenberg hadden we het gevoel dat daardoor minder sprake was van overleg en afstemming met andere hulpverleners. Des te opmerkelijker als je nagaat dat de praktijk is gevestigd in Gezondheidscentrum De Parel. Samen met o.a. thuiszorg, logopedie, fysio en apotheek. En spreek je elkaar dan eindelijk, dan is er nooit een cliënt of mantelzorger bij, terwijl daar zoveel kennis zit. Met OZO bundelen we het zorg- en sociale netwerk en daardoor creëer je een enorme rust. Iedereen leest dezelfde informatie, daardoor zijn er weinig vragen en hoeft er over en weer niet zo veel te worden gebeld.”

Escaleren

Je kunt vele verhalen vertellen over het nut en de noodzaak van OZOverbindzorg, maar de beste ‘reclame’ is altijd een voorbeeld uit de praktijk. “Een 90-jarige vrouw. Het gaat niet goed met haar en ze krijgt de gehele week huisarts, thuiszorg en fysio over de vloer. Op zondag komen de kinderen op bezoek, zien dat het niet goed gaat met moeder en tillen haar in de auto. Op naar de huisartsenpost. De dienstdoende arts besluit al gauw tot opname omdat hij de situatie niet goed kan inschatten. Dit is te voorkomen als de hulpverleners via de digitale weg continu in contact staan met de kinderen. Dat ze weten hoe het met moeder gaat, dat bijvoorbeeld het medicijngebruik net is verhoogd en dat de artsen het een paar dagen willen aankijken. Het draait om communicatie. Zonder goede communicatie kan een situatie heel gemakkelijk escaleren.”

Was jij bij uitstek de persoon om te beginnen met OZOverbindzorg? Omdat je het zowel vanuit het klantperspectief als het medisch perspectief kunt bekijken?

“Ja, ik denk dat ik als persoon ook wel een verbinder ben. En ik vind dat je altijd vanuit meerdere perspectieven naar een situatie moet kijken. We hebben het zelf meegemaakt met mijn vader. Hij heeft 69 dagen in het ziekenhuis gelegen en op dag 68 vroeg hij zelf wie er nu eigenlijk verantwoordelijk was. En van dag 1 tot en met 67 waren wij als familie degenen die ongerust waren en dat wilden weten. De uitkomst was dat eigenlijk niemand het wist!” 

In OZOverbindzorg komt een aantal belangrijke aspecten bij elkaar. Het is modern (digitaal), het stimuleert samenwerking (alle hulpverleners moeten meedoen) en het draait allemaal om goede communicatie. “Het grappige is dat zo’n initiatief alleen van de grond komt als je onafhankelijk bent. Zodra jij het eigenaarschap van ICT bij een partij in het veld neerlegt – ongeacht of het nu gaat om huisarts, ziekenhuis of gemeente – dan doen al die andere partijen niet mee, want ze hebben het liever zelf.” Iedereen heeft belang bij OZOverbindzorg. De hulpvrager omdat hij de volledige regie heeft en dus ook een hulpverlener uit zijn netwerk kan gooien of juist toevoegen. En hij weet dat alle betrokken hulpverleners over dezelfde informatie beschikken. De hulpgever omdat hij veel beter kan communiceren met collega’s en minder tijd verspilt met het zoeken naar de juiste collega voor het uitwisselen van informatie.

Het lijkt het ei van Columbus. Dat er nooit eerder iemand op gekomen is…

“Weet je wat nog raarder is? Dat we zeven jaar bezig zijn en dat we nog geen navolging hebben gekregen. De reden is simpel. Je kunt hier niet rijk mee worden. OZO heeft louter maatschappelijke doelstellingen. Wij kopen als organisatie ICT in om het neutraal in het veld neer te zetten en wij zorgen dat iedereen er bij wordt gehaald. ICT-partijen kunnen dus nooit wat wij doen, want als zij het implementeren, verkopen ze het aan één partij in het veld en dan slaat het dood.”

De jonge Cindy Hobert was voorbestemd om zuster te worden. “Ik heb altijd iets gehad met zorg. Wilde als kind al in het ziekenhuis werken. Logisch dus om voor HBO-V te kiezen. Maar, ik heb een krakkemikkig lijf. Altijd rug- en nekklachten. Door veel te sporten hou ik mezelf best aardig op de been, maar ik kwam er snel achter dat de zorg te zwaar zou zijn. Daarom ben ik geswitcht naar medisch secretaresse en later praktijkmanagement huisartsenpraktijk. En toch… Als ik nu weer mocht kiezen, zou ik misschien wel weer zuster willen worden. Het is gewoon een mooi beroep. Al zeggen sommigen om me heen dat ik dan waarschijnlijk het hele ziekenhuis ga reorganiseren, ha ha.”

Met de melkboer in Raalte als vader en een moeder uit de ondernemende familie Ten Have in Broekland heeft ze het ondernemerschap in de genen meegekregen. Dus, ze is helemaal op haar plek binnen OZO omdat ze daar zorg en ondernemen kan combineren. “Dankzij het goede team om me heen heb ik inmiddels gelukkig een vrije rol en kan ik met visie en toekomst bezig zijn. Ik zie ook altijd mogelijkheden. Dat heb ik vanuit de opvoeding wel meegekregen. Mijn vader vond het onzin om de deur op slot te doen. ‘Ik brekke niet bie een ander in, dan brekt ze bie mie ook niet in’. Oftewel: wie goed doet, ontmoet goed. Dat zit ook wel in mij.”

Ik kan me voorstellen dat je in het begin van OZO het gevoel hebt gehad dat je een soort van missionaris was…

“Heel vaak. Moeder Teresa, ha ha!”

Het is allemaal begonnen in de gemeente Raalte. En het is nog steeds een belangrijk uithangbord. “Super om te zien dat hier zoveel met OZO wordt gewerkt. Het was een belangrijke fase met vallen en opstaan. “Alleen de ICT is in zeven jaar tijd al ongeveer dertig keer veranderd. Dat was best pittig, maar gelukkig is niemand afgehaakt. De belangrijkste les voor een nieuwe regio? Dat er meteen veel deelnemende hulpverleners moeten zijn. Anders zie je het heel gemakkelijk wegebben.”

In Raalte moest een soort blauwdruk ontstaan dat je onder de arm kunt meenemen naar elk potentieel nieuw werkgebied. “We hebben het voorzichtig opgebouwd. In een kringetje rondom Raalte. Eerst Olst-Wijhe, toen Rijssen-Holten, Dalfsen, Zwolle en Deventer. De laatste twee hebben ons wel drie jaar en veel overtuigingskracht gekost om ze zover te krijgen. Gelukkig is de tijdsgeest nu heel anders. Nu is het met z’n allen meedoen of niet. Soms meldt zich wel eens een enthousiaste zorgverlener die zich graag bij OZO wil aansluiten. Dan is het antwoord dat ze toch eerst terug moeten naar het werkgebied met als opdracht om samenwerkingspartners ook te motiveren tot deelname. Dat betekent dat sommige zorgverleners uit die comfortzone moeten stappen en moeten gaan samenwerken. Soms krijgen we zes weken na de start wel eens terug dat ze nooit iets in hun OZO te zien krijgen. En dan vraag je wat ze er zelf mee hebben gedaan. Niets! Tja…”

De coronatijd is ongetwijfeld ook voor OZOverbindzorg een leerzame periode. Wat zijn de eerste voorzichtige conclusies?

“Wat we heel duidelijk zien, is OZO-regio’s echt beter in de benen zijn gebleven. Daar hebben betrokkenen meer contact met elkaar gehouden, zijn meer mensen toegevoegd en is informatie gedeeld. Wat je in maart en april elders zag gebeuren, is dat elke organisatie naarstig op zoek ging naar een eigen oplossing. Elke organisatie ging beeldbellen en de hulpvragers moesten allerlei appjes installeren om het mogelijk te maken. Waarom? Waarom ga je als hulpverlener niet uit van de wens van de patiënt? Als de patiënt b.v. Skype kent, dan gebruik je dat toch. Wat is het toch dat het zo nodig jouw systeem moet zijn? Gelukkig kwamen na die eerste maanden ook grote regio’s naar ons toe dat ze zoiets nooit meer willen meemaken. Dat ze de verbinding nodig hebben en meer vanuit de cliënt willen samenwerken. Dan is het wel fijn dat je zeven jaar ervaring hebt en het snel kunt opstarten.”

OZO is voor iedereen? En lekker Nederlands: wat kost dat allemaal?

“Om met het laatste te beginnen: we hebben gekozen voor financiering boven alle domeinen. Gemeentes en zorgverzekeraars dekken de kosten Ga je met de ene zorgpartij in zee, dan haakt de andere af en andersom. We moeten ons onafhankelijk kunnen opstellen. OZO is voor iedereen. Ongeacht tot welke doelgroep je behoort en/of welke aandoening je hebt. Als de financiering zoals in deze regio goed is geregeld, kunnen alle inwoners een gratis account nemen. Vervolgens vraag je jouw hulpverleners of ze bij jou in het netwerk willen. Ook zij kunnen gratis deelnemen. In Salland heb je al grote kans dat jouw hulpverlener bij OZO zit, dus die kun je dan meteen toevoegen.”

Cindy benadrukt graag dat huisartsen over het algemeen positief reageren. Ze kunnen hun eigen dossiers behouden, maar zijn wel veel beter op de hoogte wat andere zorgpartijen doen voor hun patiënt. Ook het contact met de mantelzorger is verbeterd. “Je ziet een soort teamspirit ontstaan. Als de hulpverleners elkaar bij de patiënt thuis spreken – gelukkig gebeurt het nog – dan weet je al wat er die week ervoor is gebeurd. Je kunt meteen verder met wat gaan we vandaag en morgen doen en wat is het plan. In plaats van tijd te verliezen omdat je elkaar moet bijpraten.”

Maar, de patiënt heeft dus altijd de touwtjes in handen?

“Zeker! De huisarts kan bijvoorbeeld bij een ouder iemand aangeven dat het beter lijkt om de medicatie even te halveren. Dan is het fijn om dit te kunnen melden zodat verpleegkundige, kinderen en ook de dagbesteding op de hoogte zijn. De dagbesteding kan het dan extra in de gaten houden en aan de hand van de bevindingen kan de dosering eventueel worden bijgesteld. Maar, als de patiënt niet wil dat het wordt gemeld, dan wordt het niet in OZO gezet.”

Cindy Hobert loopt er zelf niet mee te koop, maar ze is in onze ogen een echte Sallandse powervrouw. Ze zou een rolmodel kunnen zijn voor seksegenoten die aarzelen om een stap te nemen en voor vrouwen die worstelen met hun ambities. “Ik zie het belang van mijn rol wel onder ogen. Mede dankzij mijn persoonlijkheid en overtuigingskracht zijn we gekomen waar we nu zijn: 70.000 mensen in Nederland die met OZO werken, maar dat kan alleen met een goed team… Daarom is het ook heel belangrijk dat OZOverbindzorg niet van mij is. Jazeker, dat is een bewuste keuze geweest. Persoonlijk ben ik ook blij met de steun van het thuisfront. Zonder hen zou ik niet kunnen doen wat ik nu doe”. Die zekere vrouw die ze nu is, is ze ook niet altijd geweest.  “Vroeger stotterde ik best veel. Nooit gedacht dat ik dit allemaal zou kunnen. Soms sta ik gewoon een gezelschap van een paar honderd man toe te spreken. En ik ben niet eens zenuwachtig. Wel als ik op het podium iets moet voorlezen, maar vraag je me om iets te vertellen over OZO, dan kan het me niet gek genoeg gaan. Wat dat is? Het gevoel dat je meer weet dan wie dan ook in de zaal. Ik sta zo achter wat we hier allemaal doen dat zelfs het stotteren wegvalt. Apart hè?”

Je geeft aan een innovator te zijn en te houden van een nieuwe uitdaging. Hoe zie je dan de komende jaren?

“Het voelt nog altijd als mijn vijfde kind. Als alles functioneert zoals we dat voor ogen hebben, dan denk ik dat het wel een keer gaat kriebelen. Ik ben heel tevreden met wat we met z’n allen hebben gepresteerd, maar we zijn er nog lang niet. Weet je wat mijn lijfspreuk is? Het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt. Als je zo kunt leven, dat is toch mooi? Als je elke dag doelen stelt die je toch niet gaat halen, dan raak je gefrustreerd. Als ik nog een stap maak, dan wordt het in ieder geval geen managementfunctie bij een zorgpartij. Ik ben niet zo’n type die alles weet en zegt hoe het moet en die de gehele dag strak in pak loopt. Ik doe soms juist bewust een spijkerbroek aan naar een afspraak. Gewoon om te laten zien dat het draait om de eenvoud. Rebels? Ja, ik kan wel een beetje tegendraads zijn, ha ha.”

Die spijkerbroek had je vast niet aan tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Koning en Koningin…

“Ha, ha. Nee, dat was inderdaad niet het moment. Ik heb daar veel interessante gesprekken gevoerd met onder andere de bewindslieden Hugo de Jonge, Arie Slob en Paul Blokhuis. Het is eigenlijk bizar dat zij erkennen nog nooit te hebben nagedacht over een oplossing à la OZO. De overheid heeft een poging gedaan met het creëren van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Daarin komt alle medische data van jou in één dossier, maar zorg gaat veel verder dan alleen het medische. De kracht van OZO is juist dat we het dossier loslaten en het netwerk bij elkaar zetten om samen te werken. Wij zijn een maatschappelijk probleem aan het oplossen dat eigenlijk door de overheid moet worden opgepakt.”

Heel lang moeten mensen hebben gedacht dat OZO Verbindzorg alleen mogelijk is in het land Utopia. Jij moet toch ook wel eens in jouw armen hebben geknepen?

“Weet je hoe het voelt? Dat we nog maar net zijn begonnen. Wij hebben de ouderenzorgdekking nu wel redelijk goed staan. Hartstikke mooi en daar ben ik ook wel trots op. Zeker op de zorginnovatieprijs 2019 die we hebben gekregen voor de opschaling in de ouderenzorg. Maar er is nog zo gigaveel te winnen in de jeugdzorg. In Raalte hebben we met dank aan Leader-subsidie een pilot gedraaid waarin ouders, scholen, wijkteams en andere hulpverleners samenwerken. Dat was zeker in coronatijd een verademing. Wat mij daar het meest verbaasde, is dat van de eerste dertig kinderen die met OZO gingen werken er twintig waren met tien of meer hulpverleners. Voor de goede orde: we hebben het hier over regulier basisonderwijs. Dat kan toch niet waar zijn? Daar word je als ouders toch knettergek van.”

Delen:

Deel dit artikel!